ORGEL GEMEENTE RUMPT

Het orgel van de protestantse gemeente Rumpt
ORGEL GEMEENTE RUMPT
Het twee-manualig orgel, geplaatst op een orgelgalerij, gedragen door vier houten Toscaanse zuilen, is gebouwd in 1842 door C.F.A. Naber uit Deventer. Ook het orgel is ingrijpend gerestaureerd in 1984-1985 en weer in originele staat teruggebracht. In oktober 1986 klonk het weer als vanouds na de officiële overdracht.
 
Zoals met veel historische orgels gebeurde, is ook dit orgel regelmatig aan de smaak van de tijd aangepast. Een opvallende verandering heeft plaatsgevonden vrij kort na de bouw van het orgel. Vermoedelijk heeft Naber zelf, of zijn opvolger Van Puffelen, een vrij grote ombouw uitgevoerd. De dispositie van het hoofdwerk werd gewijzigd om een verbreding van de klank te kunnen realiseren. Daarvoor werd de Flageolet geheel verwijderd en de mixtuur verkleind tot 2-3 sterk. Het pijpwerk op de hoofdwerklade werd herschikt en op de opgekomen plaatsen werd een Bourdon 16’ en een Trompet 8’ bas en disc. bij geplaatst.
Na uitgebreid onderzoek werd besloten om als uitgangspunt voor de restauratie van dit instrument de eerste ombouw, door Naber c.s. te nemen. Het historische pijpwerk van de Bourdon 16’ kon daardoor behouden blijven. Latere wijzigingen, die het klankkarakter te zeer hebben aangetast zouden dan wel ongedaan gemaakt moeten worden.
 
De verdwenen registers voor het bovenwerk en de inmiddels niet meer originele Trompet 8’ zouden daarvoor geheel in stijl bijgemaakt moeten worden. Om de praktisch bruikbaarheid van het bovenwerk te vergroten, werden de registers Roerquint 3’ en Woudfluit 2’, die oorspronkelijk merkwaardig genoeg maar gedeeltelijk bezet waren, geheel doorlopend gemaakt tegen invloeden van verwarming. De balgen moesten, als gevolg van de kerkrestauratie, verplaatst worden, daartoe werd een nieuw balgenhok vervaardigd op de zolder van het koor in de kerk. Het bestaande pijpwerk werd opnieuw geïntoneerd en hersteld.
 
Al de werkzaamheden zijn geheel op ambachtelijke wijze in de stijl van Naber uitgevoerd door de firma Pels en Van Leeuwen te ’s-Hertogenbosch. Het orgel werd gerestaureerd onder supervisie van de Rijksdienst voor Monumentenzorg.
De huidige dispositie luidt als volg:
Hoofdwerk: Prestant 8’, Bourdon 16’, Roerfluit 8’, Octaaf 4’, Fluit 4’, Quint 3’, Octaaf 2’, Mixtuur 2-3 st. b + d en Trompet 8’.
Bovenwerk: Prestant 4’, Holpijp 8’, Roerfluit 4’, Roerquint 3’en Woudfluit 2’.
Tremulant (voor het hele werk). Manueelkoppel bas en disc. Ventiel en twee afsluiters. Het pedaal is aangehangen.
 
De registers Bourdon 16’en Trompet 8’zijn gefaseerd te gebruiken, dat wil zeggen dat bij de Bourdon in de eerste stand alleen het groot octaaf kan klinken, doorgetrokken klinkt het gehele register. Bij de Trompet klinkt in de eerste stand alleen het discant, doorgetrokken het gehele register. Door deze voorzieningen is het instrument zonder grote ingrepen met een aantal praktische mogelijkheden uitgebreid. 
terug